SV | En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt. |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר יְהֹושֻׁ֜עַ אֶל־כָּל־הָעָ֗ם הִנֵּ֨ה הָאֶ֤בֶן הַזֹּאת֙ תִּֽהְיֶה־בָּ֣נוּ לְעֵדָ֔ה כִּֽי־הִ֣יא שָׁמְעָ֗ה אֵ֚ת כָּל־אִמְרֵ֣י יְהוָ֔ה אֲשֶׁ֥ר דִּבֶּ֖ר עִמָּ֑נוּ וְהָיְתָ֤ה בָכֶם֙ לְעֵדָ֔ה פֶּֽן־תְּכַחֲשׁ֖וּן בֵּאלֹהֵיכֶֽם׃ |
Trans. | wayyō’mer yəhwōšu‘a ’el-kāl-hā‘ām hinnēh hā’eḇen hazzō’ṯ tihəyeh-bānû lə‘ēḏâ kî-hî’ šāmə‘â ’ēṯ kāl-’imərê JHWH ’ăšer diber ‘immānû wəhāyəṯâ ḇāḵem lə‘ēḏâ pen-təḵaḥăšûn bē’lōhêḵem: |
En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!